Is mijn kanker genetisch bepaald?
Een gen kan door verandering (mutatie) minder goed werken. In sommige families komen mutaties in genen voor die een verhoogd risico op kanker veroorzaken. Ongeveer 5-10 procent van de gevallen van borstkanker en eierstokkanker wordt veroorzaakt door een erfelijke aanleg. De meeste bekende oorzaak is een mutatie in het BRCA1- of BRCA2-gen, geërfd van een van de ouders. Zowel mannen als vrouwen kunnen de genmutatie hebben en dus ook aan hun kinderen doorgeven. Elk kind heeft 50 procent kans om deze aanleg te erven van een ouder die de genmutatie heeft. Aanwijzingen voor erfelijke aanleg kunnen zijn:
- Borstkanker onder de 40 jaar, bij jezelf of een 1ste graads familielid.
- Borstkanker in beide borsten onder de 50 jaar, bij jezelf of een 1ste graads familielid.
- Borstkanker met meerdere tumoren in 1 borst, bij jezelf of een 1ste graads familielid.
- Borstkanker als je een man bent of een 1ste graads mannelijk familielid hebt met borstkanker.
- Borstkanker onder de 50 jaar en prostaatkanker onder de 60 jaar in dezelfde tak van de familie.
- Twee of meer 1ste graads familieleden met borstkanker, waarvan tenminste één eerste tumor onder de 50 jaar is vastgesteld.
- Drie of meer eerste- en tweedegraads familieleden met borstkanker, waarvan ten minste één tumor onder de 50 jaar is vastgesteld.
- Broer met borstkanker en in dezelfde tak van de familie ook borstkanker of eierstok-/eileiderkanker bij een vrouw.
- Als je zelf eierstokkanker hebt.
BRCA
Er zijn nu een aantal genen bekend die een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen van erfelijke borst- en eierstokkanker. Het eerste gen BRCA1 (ontdekt in 1994) ligt op chromosoom 17. Het tweede gen BRCA2 (ontdekt in 1995) ligt op chromosoom 13. BRCA is afkomstig van het Engelse woord BReast CAncer (borstkanker). Sommige foutjes kunnen een verhoogd risico op bijvoorbeeld bepaalde vormen van kanker geven. In het geval van BRCA1 en BRCA2 is er een sterk verhoogd risico op borst- en eierstokkanker. De BRCA-genen hebben een belangrijke functie in het bewaken van de celdelingsprocessen. Verstoring van die functie kan ongeremde celdeling tot gevolg hebben, dat uiteindelijk tot kanker kan leiden. Gedurende het leven kunnen foutjes in het DNA optreden. Als dit zich toevallig voordoet in een kopie van een BRCA1- of BRCA2-gen, is er nog de andere kopie die (een deel van) de functie kan overnemen. In het geval van een erfelijke mutatie is bij de geboorte al in alle cellen één kopie van het BRCA1- of BRCA2-gen beschadigd. Dit heeft in eerste instantie geen consequenties, totdat toevallig in een cel ook in de andere kopie een fout optreedt. Dan is de functie van het BRCA-gen ernstig verstoord en kan het gevolg zijn dat er kanker ontstaat.
De BRCA-1 en BRCA2-genen liggen op chromosomen die zowel mannen als vrouwen hebben. Zowel mannen als vrouwen kunnen dus drager zijn van een mutatie in één van beide genen. Een man of vrouw die drager is van een mutatie in een BRCA1- of BRCA2-gen, heeft 50 procent kans om die mutatie aan zijn of haar kind door te geven. Dat betekent dus dat ieder kind van een mutatiedrager 50 procent kans heeft de mutatie geërfd te hebben.
CHEK2
Het CHEK2-gen is een ander gen dat een verhoogd risico geeft op borstkanker (maar niet op eierstokkanker). In West-Europa komt één specifieke mutatie in het CHEK2-gen vaak voor. Dit is de zogenaamde CHEK2*1100deIC-mutatie. Andere mutaties in het CHEK2-gen komen in Nederland nauwelijks voor, en worden (nog) niet onderzocht. Eén op de 100 Nederlanders draagt deze CHEK2-mutatie. Dat is 1% van de bevolking. In families waar borstkanker vaker voorkomt, komt deze mutatie vaker voor, namelijk bij 5%. Vrouwen die deze genmutatie hebben zonder dat er borstkanker in de familie voorkomt, hebben een licht verhoogd risico op borstkanker van 20%. Vrouwen met een CHEK2-genmutatie bij wie borstkanker wel vaker voor komt in de familie hebben een versterkt risico op borstkanker, namelijk 35 tot 55%. Waarschijnlijk komt dit door de combinatie met andere onbekende risicogenen en risicofactoren uit de omgeving. Een vrouw die borstkanker heeft (gehad) en deze CHEK2-genmutatie draagt, heeft daarnaast een verhoogd risico om ook borstkanker in de andere borst te krijgen. Vrouwen met een CHEK-2 mutatie en borstkanker in de familie, krijgen hetzelfde controle advies als familiair belaste families. Dit zijn dus de families waar borstkanker wel vaker voorkomt, maar waar geen mutatie is gevonden. Vrouwen in deze famlies krijgen controles vanaf 35 jaar met jaarlijks een borstonderzoek en een mammografie. Vanaf 60 jaar tot 75 jaar doet men mee met het bevolkingsonderzoek, waarbij elke 2 jaar een mammografie wordt uitgevoerd.
Sommige vrouwen hebben de CHEK2*1100delC-mutatie van zowel hun vader als van hun moeder geërfd, oftewel dubbel. Dit wordt homozygoot genoemd. Homozygote CHEK2-genmutatiedragers hebben hetzelfde risico op borstkanker als BRCA-genmutatiedragers. Je krijgt dan ook dezelfde controles als BRCA-genmutatiedragers. Mogelijk hebben homozygote CHEK2-genmutatiedragers ook een verhoogde kans op darmkanker. Je wordt dan geadviseerd eenmalig kijkonderzoek van de dikke darm te laten verrichten. Dat heet een coloscopie.
Risico's van een BRCA genmutatie
Vrouwen die drager zijn van een BRCA genmutatie hebben een sterk verhoogd risico op borstkanker en op eierstokkanker. Het risico om voor de leeftijd van 70 jaar borstkanker te krijgen, is voor vrouwen met een BRCA1 of BRCA2 mutatie 60 tot 80 procent. Vrouwen zonder BRCA genmutatie hebben een risico van ongeveer 14 procent op borstkanker.
Het risico om gedurende hun leven eierstokkanker te krijgen, is voor vrouwen met een BRCA1 mutatie 35-45 procent en voor vrouwen met een BRCA2 mutatie 10-20 procent. Vrouwen zonder een BRCA genmutatie hebben een risico van ongeveer 0,7 procent om voor het 70e jaar eierstokkanker te ontwikkelen.
Ook mannen borstkanker krijgen, al komt dat wel veel minder vaak voor. Mannen zonder BRCA genmutatie hebben een risico van ongeveer 0,1 procent op borstkanker. Bij mannen met een BRCA1-genmutatie is dit ongeveer 1 procent en bij een BRCA2-genmutatie is dit ongeveer 7 procent. Daarnaast hebben mannen met een BRCA2-mutatie ook een hogere kans dan gemiddeld op prostaatkanker (ongeveer 15 procent).
Voor zowel mannen als vrouwen met een BRCA2-mutatie is er een risico op alvleesklierkanker van ongeveer 5 procent.
Maak jouw eigen website met JouwWeb