Ductale of lobulaire borstkanker

Ductale borstkanker is borstkanker dat ontstaan is in een melkgang. Ductale borstkanker komt het meest voor: in 85 procent van de gevallen gaat het om een ductale vorm van borstkanker. 

Lobulaire borstkanker is borstkanker dat ontstaan is in een melkklier

Carcinoom in situ

Wanneer er borstkanker in situ gevonden wordt betekent het dat er een voorstadia van borstkanker gevonden is. Ook deze voorstadia's worden onderverdeeld in plaats waar het ontstaan is: Ductaal carcinoom in situ (DCIS) of lobulair carcinoom in situ (LCIS). Dit voorstadia van borstkanker is niet-invasief.

Invasieve borstkanker

Er wordt gesproken van invasieve borstkanker wanneer de kankercellen zich verder verspreiden dan de plek waar ze zijn ontstaan. Dit is echter niet hetzelfde als uitgezaaide borstkanker. Hier is pas sprake van wanneer de kankercellen zich buiten de borst hebben verspreid. Ook invasieve borstkanker wordt onderverdeeld in plaats waar het ontstaan is.

  • Invasief ductaal carcinoom ontstaat in de melkgangen en kan daarbuiten verder gaan groeien. Het invasief ductaal carcinoom is de meest voorkomende vorm van borstkanker en kan aanvoelen als een harde knobbel.
  • Invasief lobulair carcinoom ontstaat in de melkklieren. De tumor is vaak alleen te voelen als een algehele zwelling van de borst. Op een mammografie of bij een MRI is de lobulaire tumor niet altijd goed te zien. Onder een microscoop worden kleine tumorcellen zichtbaar, die in strengen liggen. Lobulaire tumoren komen minder vaak voor dan ductale tumoren: bij 5 tot 15 procent van de borstkankers is lobulair. De prognose van hormoongevoelig ductaal carcinoom is hetzelfde als van een lobulair carcinoom. Deze vormen worden daarom vaak op dezelfde manier behandeld.

Niet alle kanker in de borst hoeft van dezelfde soort te zijn. Er kunnen zich in één borst verschillende soorten kanker tegelijk voordoen, bijvoorbeeld zowel een ductaal en lobulair carcinoom.

Hormoongevoelig of hormoon-ongevoelig

Ook wel hormoon-positief en hormoon-negatief. Wanneer een tumor hormoongevoelig is betekent dit dat hormonen de tumor kunnen stimuleren om te groeien en te delen. Wanneer de hormonen de tumor niet stimuleren tot groeien of delen spreekt men van een hormoon-ongevoelige borstkanker.  Enkel bij hormoongevoelige borstkanker werkt hormonale therapie. e hormonen waar de tumor gevoelig voor kan zijn, zijn oestrogeen en progesteron. Een hormoongevoelige tumor kan dus oestrogeen(ER)-positief en/of progesteron(PR)-positief zijn. 80% van alle borstkankers is oestrogeen positief. Ongeveer 65% van deze oestrogeen-positieve tumoren is ook progesteron-positief.

HER2/neu

HER2/neu is een eiwit dat op je cellen zit, ookwel HER2 (Humane Epidermale groeifactor Receptor 2). Wanneer je teveel van dit eiwit op een cel hebt wordt de groei te eel gestimuleerd en kan er hierdoor kanker ontstaan. Er wordt dan gesproken van HER2/neu-positieve kanker. 

Triple negatieve borstkanker

Wanneer de kankercellen negatief zijn voor oestrogeen, progesteron en HER2/neu, spreek je van triple negatieve borstkanker. Drie keer negatief dus. Bij deze vorm van borstkanker hebben hormonale therapie en trastuzumab dus geen effect.

Triple negatieve borstkanker komt voor bij 15 - 20% van alle borstkankerpatiënten. De gemiddelde leeftijd van deze patiënten is lager dan bij andere vormen van borstkanker, deze ligt namelijk in de leeftijd van vóór de menopauze. 

Mensen met een BRCA1-mutatie die borstkanker krijgen, hebben heel vaak een triple negatieve tumor. Bij een BRCA2-mutatie is de tumor veel minder vaak triple negatief en kan die ook hormoongevoelig en HER2 positief zijn. Gemiddeld heeft een derde van de patiënten met triple negatieve borstkanker een mutatie in een van de twee BRCA-genen.

Bij een triple negatieve borstkanker wordt er géén reguliere behandeling ingezet.

Zeldzamere vormen van borstkanker

Zeldzamere vormen van borstkanker zijn bijvoorbeeld:  Medullair carcinoom (<2%), Ziekte van Paget (3%), Tubulair carcinoom (1,2%), Inflammatoir carcinoom (Mastitis Carcinomatosa 1%) en Phyllodes tumor (<1%).

Medullair carcinoom

Medullair carcinoom is een vorm van invasief ductaal carcinoom. Deze soort verspreidt zich soms naar de lymfeklieren in de oksel. De gezwellen kunnen groot worden, maar ze hebben een goede prognose. Minder dan 2% van alle borstkankers behoren tot dit type. Medullair carcinoom is vaak triple negatief. Dat betekend dat de tumor geen receptoren (ontvangers) voor oestrogeen (ER) en progesteron (PR) en HER2 heeft.

Ziekte van Paget

De ziekte van Paget komt zelden voor. Hij uit zich als jeukende uitslag rond de tepel, soms met vocht of bloedverlies uit de tepel. In de opperhuid van de tepel zitten dan vaak tumorcellen. In 40 tot 50 procent van de gevallen gaat het om een vorm die beperkt is tot de tepel. In de overige gevallen is er een kwaadaardige tumor rond de tepel. Als het alleen gaat om tumorcellen in de tepel is de prognose gunstig.

Tubulair carcinoom

Tubulair carcinoom is een vorm van ductaal carcinoom. Dit type borstkanker bestaat uit veel kleine klieren en buisjes, die erg veel lijken op de normale melkklieren en melkgangen. Deze kanker zaait zich zelden uit naar de lymfeklieren in de oksel en heeft een zeer goede prognose.

Inflammatoir carcinoom

Inflammatoir mammacarcinoom wordt ook wel mastitis carcinomatose genoemd of ontstekingskanker. De borst is ontstoken, ziet er rood en gezwollen uit en voelt warm aan. Het is een agressieve vorm van borstkanker, die zich snel door de borst verspreidt. De tumorcellen groeien vaak snel en nestelen zich in de lymfevaten van de huid. Ze blokkeren de lymfevaten, die daardoor gaan ontsteken en het onderliggende weefsel wordt hard. In tegenstelling tot andere kankersoorten, kan deze vorm van kanker pijnlijk zijn. Deze vorm van borstkanker komt gemiddeld bij wat jongere vrouwen voor.

Phyllodes tumor

De Phyllodes tumor is een zeldzame tumor: minder dan één procent van het totaal aantal borsttumoren. Er is een goedaardige en een kwaadaardige variant. De kwaadaardige variant komt heel weinig voor. De okselklieren worden zelden aangetast en ook verdere uitzaaiingen zijn zeldzaam (minder dan 5 procent). Wel is de kans aanwezig dat de tumor terugkeert. De gemiddelde vijfjaarsoverleving voor beide soorten samen is gunstig, namelijk bijna 100%.

Maak jouw eigen website met JouwWeb